Nationale Herdenking 2020

Zoals voorgaande jaren werd ook dit jaar aan de vooravond van de viering van de bevrijding stil gestaan bij allen – burgers en militairen – die in Nederland of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties. Koning Willem-Alexander en Koningin Maxima waren aanwezig bij de Nationale Herdenking op de Dam in Amsterdam

Het was een bijzondere herdenking. Door de uitbraak van het coronavirus werd het een herdenking zonder publiek. In gezelschap van alleen Minister-President Rutte , voorzitter van het Nationaal 4 en 5 mei comité Gerdi Verbeet en burgemeester Femke Halsema van Amsterdam legde het Koningspaar de eerste krans, kijk en luisterden ze naar de introductie filmpjes en het leggen van de overige kransen en naar de 16-jarige Eva Pronk die haar eigen gedicht Vrijheid voor droeg.

Bijzonder was ook dat voor het eerst het staatshoofd sprak tijdens de Nationale Herdenking.

Koning Willem-Alexander ging tijdens zijn toespraak in op de bijzondere omstandigheden: “Het voelt vreemd op een bijna lege Dam. Maar ik weet dat u, dat jij, deze Nationale Herdenking meebeleeft en dat we hier samen staan.” 

Om vervolgens aan de hand van het verhaal van Jules Schelvis ons mee te nemen in wat onvrijheid eigenlijk voelt

Dwars door deze stad. Dwars door dit land. Voor de ogen van landgenoten. Het leek zo geleidelijk te gaan. Elke keer een stapje verder. 
Niet meer naar het zwembad mogen. 
Niet meer mogen meespelen in een orkest.
Niet meer mogen fietsen.
Niet meer mogen studeren.
Op straat worden gezet.
Worden opgepakt en weggevoerd.

Sobibor begon in het Vondelpark. Met een bordje: ‘Voor Joden verboden’. 

De Koning noemde in zijn toespraak alle burgers en militairen die vochten voor onze vrijheid, maar ook die andere realiteit. En ging daarin ook niet voorbij aan de rol van zijn overgrootmoeder Koningin Wilhelmina.

Medemensen, medeburgers in nood, voelden zich in de steek gelaten, onvoldoende gehoord, onvoldoende gesteund, al was het maar met woorden. Ook vanuit Londen, ook door mijn overgrootmoeder, toch standvastig en fel in haar verzet. Het is iets dat me niet loslaat.

Tot slot benadrukte de Koning in zijn toespraak dat de oorlog lang doorwerkt en dat we onze democratische rechtsstaat moeten koesteren en verdedigen

” Nu, 75 jaar na onze bevrijding, zit de oorlog nog steeds in ons. Het minste wat we kunnen doen is: niet wegkijken. Niet goedpraten. Niet uitwissen. Niet apart zetten. Niet ‘normaal’ maken wat niet normaal is. En: onze vrije, democratische rechtsstaat koesteren en verdedigen. Want alleen die biedt bescherming tegen willekeur en waanzin. “

Bekijk HIER de hele herdenking terug.